Prachtig Perth en het zuidwesten

25 november 2014 - Leiden, Nederland

Lieve meereizers,

Perth heeft onze verwachtingen overtroffen. Paarse “jackaranda” bomen, een geweldig centrum dat ondanks de hoeveelheid mensen aanvoelt als een ruimtelijk dorp, heel gezellige winkeltjes (serieus, als iemand in Nederland een winkeltje weet waar ze agenda’s verkopen die ZO leuk zijn als deze die ik nu heb gekocht voor 2015 dan neem ik een abonnement voor de komende tien jaar) en prima gezelschap van Mel.

Wat hebben we het naar ons zin gehad zeg. Mel had de eerste twee dagen dat we er waren vrij en heeft ons, samen met haar huisgenoot Anthony, meegenomen naar een National Park in de buurt waar we een groot deel van de ochtend hebben rondgelopen. Die middag zijn we in de Swan Valley naar een chocolate factory geweest en naar een honey farm. Daar hebben we honing gevonden die Maurice zelfs een soort lekker vindt (maar alleen ik eet het nu – niet erg)!

Verder zijn Maurice en ik een dagje naar de stad gefietst, met lunch en boeken in onze rugzak. In King’s Park hebben we met uitzicht op de stad en het water onze boterhammen zitten opeten en hebben we in het gras gelegen en een boekje gelezen. Die dag voelde echt als vakantie. De hele week was sowieso een heel fijne break van het continue onderweg zijn. Even binnen slapen en ’s nachts niet de ladder af moeten voor het toilet, kunnen koken in de keuken, een wasmachine, dat zijn een paar van de dingen die dan heel erg fijn zijn.
King George heeft in die week ook het nodige onderhoud gehad, en wij hadden de tijd om de route weer te plannen. We hadden ruim een week in ons hoofd voor de zuidwestkust hier, maar eigenlijk is dat veel te weinig. Deze hoek van Australië doet je sterk denken aan Tasmanië of zelfs Nieuw Zeeland. Groen, en heel erg mooi.
We zijn ook nog een paar keer op en neer gereden naar Fremantle, het havenstadje onder Perth. De eerste keer zijn we op de markt te kijken. Heel toevallig zagen we daar Ron, een Duitser die we uit Alice Spings kenden. Echt heel toevallig. Ook wisten we dat een paar van Maus’ collega’s van Montes in Fremantle waren, Erica en Paulie. We hebben later in de week met hun wat gedronken. Ook hebben we het kantoor van BigLift in Fremantle opgezocht.
Uiteindelijk zijn we vorige week maandag bij Mel vertrokken. Veel te laat natuurlijk weer. We wilden om een uur of negen a tien in de auto zitten, maar dat werd uiteindelijk half vier. We moesten nog “even” boodschappen doen, en omdat werkelijk alles uit de auto was geweest duurde het even voordat we onze spullen weer netjes erin hadden zitten. We zijn daardoor niet helemaal tot het geplande Margaret River gekomen, maar de volgende dag zijn we vanaf de camping vroeg gaan rijden.
Woensdag 19 november om half elf waren we dan uiteindelijk ook in Margaret River. Daar hebben we het informatie centrum opgezocht en een wijntour geregeld, daarvoor waren we eigenlijk in Margeret River. West Australië staat bekend om haar wijnen en Margaret River hebben ze als toeristisch middenpunt gebruikt daarvoor. Om half een diezelfde dag werden we vanaf onze camping opgehaald voor een wijntour langs twee wineries, een chocoladefabriek en een kaasboerderij. Toen ik een paar jaar geleden die reis naar Sicilië had gewonnen bij Q-Music hadden we ook een wijnproeverij gedaan. We kregen toen eerst uitleg op z’n Italiaans Engels hoe je een wijn goed kunt beoordelen (met dat snuiven en draaien J), en dan kregen we een bodempje wijn na uitvoerige achtergrondinformatie van waar de wijn vandaan kwam, hoe lang hij was gerijpt, waar bij je het kunt eten, en welke smaken (en geuren je kon ruiken) je zou kunnen proeven in die wijn. Vóór je de volgende wijn proefde kon je eerst een stukje brood eten om de smaak in je mond weer te neutraliseren en, natuurlijk, je kreeg een nieuw glas. Vervolgens hebben we toen een enorm lekkere fles wijn gekocht dus we zaten ons alweer te verheugen op deze wijnproeverij ook. Met dat in ons achterhoofd stapten we het witte toeristenbusje om stipt 12:20, niet realiserend dat de andere veertien toeristen in de bus onze zuipmatties zouden zijn die middag. Want waar Italianen de tijd voor nemen, doen de Australiërs dat iets anders. Oké, allemaal in een rijtje aan de bar aan staan. Wil iedereen z’n glas vasthouden zodat we goed kunnen schenken? Fijn. Dit is witte wijn I (barvrouw leest op wat er op de wijnkaart staat bij witte wijn I). Aan het einde van het rijtje gaan we direct door naar witte wijn II. Ja, wel goed vasthouden dat glas. Barvrouw schenkt (en leest op wat er op de wijnkaart staat bij witte wijn II). Aan het einde van de veertiende toerist loopt ze weer terug naar de begin van de zuiprij. Dit is witte wijn III. Dat ging zo vijf witte en vijf rode wijnen door. Oja, en er staat wel water en je kunt daar je glas omspoelen maar eigenlijk is er geen tijd en smaakt alles dus eigenlijk hetzelfde omdat je geen tijd hebt om ervan te genieten. De Engelsen naast ons staan de wijn naar binnen te gieten of het water is en die rare Amsterdammer op tweederde van de rij staat aan z’n glas te snuiven of er coke inzit. Na de eerste wijnproevrij zat de sfeer in het busje er goed in Wiebelend liepen we terug naar de bus. Gelukkig voor ons hadden we ongeveer twintig minuten om weer nuchter te worden of te doen alsof, voordat we begonnen aan de tweede wijnproeverij die in eenzelfde tempo werd voortgezet. Daarmee ging ook het door onszelf opgelegde snaai-limiet voor de chocoladefabriek overboord. Gegeten hebben we ’s avonds niet meer. En de volgende dag voelde ik me niet zo lekker. Gelukkig maakte de chocolade die we hadden gekocht een hoop goed. De wijn hebben we lekker laten staan.

Vanuit Margaret River zijn we naar Cape Leeuwin gereden, waar we bij de vuurtoren zijn wezen kijken. We zijn met een gids helemaal omhoog  geklommen. Op Cape Leeuwin staat de hoogste vuurtoren van het Australische vasteland. Boven had je een heel mooi uitzicht op de twee oceanen die daar samenkomen, de Indische Oceaan en de Zuidelijke Oceaan. De National Geograpic had het uitzicht wat je daar had een aantal weken geleden als ’s werelds derde mooiste oceaanuitzicht benoemd. En dat hebben wij mooi gezien!
Na Cape Leeuwin hebben we in Karri Forest National Park een nacht geslapen. Het was echt een national park camping, zonder douche. Alleen een toilet over een gat in de grond. En het was rustig. Heel erg rustig, want er was he-le-maal niemand. Omdat het al het begin van de avond was hebben we gauw een carbonara pasta in elkaar gedraaid en een kampvuurtje gemaakt. Tegen de tijd dat het donker werd was alles afgewassen en zaten wij knus bij het kampvuur. Stiekem had ik nog gehoopt dat er nóg een auto zou komen staan… maar helemaal niks. En ’s nachts was het git- en gitzwart buiten. De maan was nergens te bekennen en er waren zelfs bijna geen geluiden. Ik heb eerlijk gezegd weinig geslapen en was blij toen de ochtend aanbrak – al regende het dan.; We hebben in maanden geen echte regenbui gehad. Ik heb onder het afdak van de rooftoptent ontbijt gemaakt en lauwe thee gedronken uit de thermosfles. Er was geen ruimte voor twee mensen onder het afdak, dus Maurice heeft z’n ontbijt een verdieping hoger opgegeten. Toen het ophield met regenen hebben we een korte wandeling gedaan van zo’n vijf kilometer. Aan het einde van het wandelpad zagen we in ene mensen (dat is dan weer zo raar!). Die waren met een gids en stonden op het platform wat uitkeek over een klein moeras. Heel bijzonder stukje landschap was dat. .
Vanaf het National Park zijn we via de schitterende Channybearup Road naar Manjimup gereden. Langs de weg waren overal wineries, vers groente en fruit te koop, veel hoge bomen waar je tussendoor reed met prachtige uitzichten op de volgende bocht in de weg of  op een idyllische boerderij. Echt schitterend.
Manjimup zelf had hele vriendelijke mensen bij het informatie centrum, maar verder vonden we het een beetje een kale bedoening. We hebben nog wel een goed gevulde meat pie gegeten en zijn toen naar camping Fonty’s Pool, net buiten Majimup gereden. Super mooie camping aan een waterpoel die vroeger werd gebruikt als zwembad. Uit de verre omgeving kwamen mensen daar vroeger heen om te (leren) zwemmen. Italiaan Fontanini had het inititatief genomen om er een zwembad / sociale ontmoetingsplek van te maken. Er zijn in de loop van de tijd toiletgebouwen gebouwd en er is een tuin omheen aangelegd. De mensen die het nu runnen hebben het overgenomen van de familie van Fontanini (hij is in de jaren ’80 gestorven op 102-jarige leeftijd) en hebben de camping opgeknapt en proberen Fonty’s Pool weer geliefd te maken onder de mensen omdat het een paar jaar wat was verwaarloost. We hebben daar nog een bakkie gedaan ’s morgens en zijn rond elf uur weer gaan rijden richting de Gloucester Tree bij Pemberton. Dat is een 60-meter hoge boom die in vroegere tijden als brandweerpost fungeerde. De ranger klom voor zonsopgang in de boom met behulp van stalen pinnen die erin zijn gemaakt, en hield vanaf daar het karri bos in de gaten; als er brand was dan werd dan doorgebeld. Ook nam hij iedere drie uur de weersomstandigheden op. Tegenwoordig wordt het niet meer gebruikt als brandweerpost, maar wel als toeristenattractie. Je mag nog steeds naar boven klimmen daar. Maurice heeft dat dan ook gedaan, terwijl ik zwetend beneden stond te wachten. Je hebt geen harnas aan, niks. Het is gewoon een eindeloos lange wentelladder van stalen pinnen naar boven. Het uitzicht was volgens Maurice de klim naar boven helemaal waard. Je kon ver over het bos uitkijken.
Nadat we nog een korte wandeling daar hebben gedaan zijn we richting Denmark gaan rijden. We belandden weer bij een informatie balie in een klein plaatsje en dachten dat het handig was om even te kijken waar we konden gaan slapen. Achter de balie zat een wat oudere man met een houthakkersblouse en een fleece vest erover (zo maken ze ze niet meer ;)). Hij moest lachen toen ik vroeg of er misschien een grotere IGA (supermarkt) zat dan de IGA-Express ertegenover. “Er wonen hier maar 350 mensen,” zei hij. “We willen geen grote supermarkt en ook geen McDonalds.” Maurice had ondertussen een flyer gevonden van een camping (Ayr Sailean) in Kentdale, nog iets verder met de auto. We besloten om daar naartoe te rijden. Veel zin om te kamperen had ik niet, want we hadden de dag ervoor regen gehad en ook onderweg wat buien gehad. Oh, en had ik al verteld dat het in deze hoek van Australië gewoon koud is? Ik loop alweer een week in een lange broek! Anyways, eenmaal bij Ayr Sailean aangekomen hadden we een plannetje bedacht: ze hadden namelijk ook huisjes met bubbelbad. We dachten van, als dat nou een beetje betaalbaar is doen we dat. We mochten even binnen kijken en eigenlijk was de camping toen al vergeten. We hebben heerlijk twee nachtjes in het huisje met bubbelbad geslapen. Het mooiste was nog het uitzicht dat we hadden. Ohja, en dat het regende. Dat maakt het extra fijn om even lekker binnen te zijn. We hebben een dag helemaal niets gedaan. Beetje gewandeld, beetje geschaakt, lekker gegeten, boek gelezen. Héérlijk. Afgelopen zondag zijn we daar weer weggereden. Heel jammer, was echt een prachtige plek om even te rusten, maar “adventure is out there!” dus we hebben King George weer ingepakt en zijn we naar de Valley of the Giants gereden. Je kunt daar een tree top walk doen, maar dat hadden we in Tasmanië ook al gedaan. In plaats daarvan was er ook een boardwalk tussen bomen door. En die was mooi en op een heel grappige manier informatief. Er stonden borden bij om je wat achtergrond informatie te geven en dat was geschreven vanuit het oogpunt van de zogenaamde bioloog “Seymore Buggs”. Nou dan kom je ook niet meer bij J. Na de walk zijn we verder richting Denmark gereden, waar we onderweg in ene een bord “Alpaca Farm” zagen staan. We hebben de afslag genomen omdat we nieuwsgierig waren en het bleek een ontzettend leuke boerderij te zijn met een heel scala aan dieren, waaronder twee koala’s, alpaca’s en een joey (baby kangoeroe). De joey was gered en was nu zeven of acht maanden oud. Of je nou van dieren houdt of niet, het is zo’n leuk gezicht om zo’n beestje dan head first z’n “buidel” in te zien vallen, wat een oud blauw shirt was. Het feit dat ik in Coral Bay geen dolfijnen mocht voeren (grrr) werd hier helemaal goed gemaakt omdat de boerin vroeg of ik de joey z’n fles melk wilde geven. JA!

Toen zijn we doorgereden naar Albany. We hebben daar maar pizza gehaald, want de Woolworths was dicht. Goed excuus om een keertje niet te koken. Net buiten Albany hebben we een camping aan de King Geoge Sound gevonden, toevallig hè?
Gisterenochtend (maandag 24 november) zijn we naar het oude Whaling Station geweest. Het is een museum op de grond waar nog geen dertig jaar geleden walvissen werden gedood en op de kant werden getrokken om “geprocessed” te worden vanwege hun tanden/huid/olie. Het was super interessant en het meest indrukwekkende was nog wel het skelet  van een walvis (ik weet niet meer precies welk soort het was) maar het was behoorlijk groot. Weer veel later dan in de planning stond zijn we richting Esperance gaan rijden. Uiteindelijk zijn we daar vandaag (dinsdag 25 nov) aangekomen en hebben we vannacht op de camping gestaan, 200 km ten oosten van hier.

We wilden vandaag stiekem nog naar Cape le Grand National Park maar hebben toch besloten om dat maar over te slaan. We gaan morgen namelijk aan de “Nullabor” beginnen. Dat is een stuk van 1200 kilometer dwars door de outback weer wat we in twee dagen eigenlijk willen rijden (en eerst nog 200 km naar Norseman waar vandaan we beginnen). Vanmiddag hadden we nodig om even de was te doen, de auto een beetje op te ruimen, boodschappen te halen en zelf ook even op te laden, want de komende week zien we vooral de binnenkant van de auto. De volgende grote stad op de route is Adelaide. Hopelijk komen we daar zondag safe en sound aan.

Voor jullie allemaal weer een goede (werk)week.

Groeten uit Esperance! 

Foto’s

2 Reacties

  1. Marja:
    25 november 2014
    Lieve Maurice en Vicky, weer een heel verhaal met allemaal leuke belevenissen. Nu weer een hele reis voor de boeg.
    Goede reis en groetjes van papa Peter en mama Marja
  2. Rianne:
    25 november 2014
    Mooie verhalen! Super leuk om te lezen wat jullie allemaal meemaken! Geniet ervan!