Wat is dat, gras?

10 november 2014 - Perth, Australië

Lieve allemaal,

Bedankt voor al jullie reacties iedere keer op onze blogs, via de mail, of Facebook of hieronder. We vinden het heel leuk om te weten dat jullie ons nog altijd in de gaten houden. We denken vaak aan mensen die (bijvoorbeeld J) even op hun werk naar onze site surfen om te kijken hoe het gaat. Zo zijn jullie ook even weg en er een beetje bij. Voor ons is kamperen en dan de auto / natuur / stad in, gewoon “another day at the office.” And still fully enjoying!

We zijn officieel al vijf maanden weg van huis, kunnen jullie dat geloven? De tijd gaat echt ongelooflijk snel voorbij. Tussen het laatste blog en nu hebben we alweer een afstand van 1260 kilometer afgelegd. Toen waren we nog in Exmouth, en inmiddels zijn we veilig in Perth aangekomen.

In Exmouth hebben we bij het Ningaloo Reef gesnorkeld, We hebben een glass bottom boat tour gedaan, en ergens midden op zee (of eigenlijk kon je de kustlijn nog zien), werden we vrijgelaten om even te gaan snorkelen. Als je onder je voeten door de glazen bodem vissen voorbij ziet komen denk je, ‘wat gaaf!’ Maar als de boot ondertussen op en neer deint en jij dan gewapend met van die achterlijke flapvoeten en met snorkel en duikbril dat koude water in moet en op dat trappetje staat om zélf de zee in te springen… ja dan moet je (a.k.a. ik)  toch wel even slikken. Ik ben dapper wel het water ingesprongen, maar heb me wel vastgehouden aan het touw wat ze hadden uitgegooid. Het water was eigenlijk best koud, dus na een minuut of tien dobberen heb ik mezelf weer aan boord gehesen. Maurice zwom wat verder bij de boot vandaan en verscheen vervolgens als een dolfijn met een rode zwembroek aan onder de boot! We hebben tijdens de tour, wat overigens echt heel leuk gedaan werd, drie enorme vissen gezien. Maar dan bedoel ik écht ENORM. Ik wist niet dat zulke zwemmers de naam “vis” nog mochten dragen. Het was eerder een soort walrusvis. Zo groot. Helaas hebben we geen foto’s ervan, maar je moet maar geloven dat ze echt heel groot waren. Daar kan geen hengeltje tegenop!

Verderop in het Cape Range National Park heeft Maurice ook nog gesnorkeld. Ik heb de rotsen afgespeurd naar kleine krabbetjes, rood met groen waren ze. Maurice kwam echt bijna lyrisch uit het water, zo mooi dat het was geweest zei hij. Veel vissen, veel koraal, en veel mooier dan het slecht vertaalde “Groot Barrière rif” zoals het in onze reisgids staat en waar we zes jaar geleden zijn wezen duiken.

Na Exmouth zijn we doorgereden naar het schitterende Coral Bay. Naar de camping met kriebelende knalgroene gelijk gemaaide sprieten. Waar we onze auto op mochten parkeren en gemakkelijk de haringen in de grond kregen. Waar we op blote voeten konden lopen zonder dat je je hielen pijn deed aan schelpjes of steentjes. Waar je een klein beetje wegzakte in de grond. Waar we stomverbaasd hebben staan kijken naar de schoonheid van gras. Van gras! Je wordt echt een beetje raar van al dat rooie zand. We vonden het zelfs zó mooi… dat we nog een nachtje zijn gebleven.
In Coral Bay hebben we ook heel mooi gesnorkeld en drie kwartier in het water vissen gespot. Ik had geen flippers gekocht en Maurice fungeerde als een soort motor terug de baai in toen we het zat waren. Ze hadden daar ook een echt goede bakker waar we een meat pie hebben gedeeld en lekker brood hebben gekocht. Dat mis je in Australië wel hoor, brood wat gewoon een beetje vult. Het was dan ook wel vreemd om twee boterhammen te eten ’s morgens en gewoon vol te zitten.

De volgende halte op onze route was Carnivoor. Of eigenlijk Carnarvon, maar dat konden we geen van beide onthouden. Via een kleine detour zijn we nog naar de blowholes gegaan, waar het zeewater metershoog tegen de kliffen wordt opgestuwd en door een paar gaten in de rotsen onder grote druk de lucht in wordt gespoten. Je kon er echt naar blijven kijken, we waren behoorlijk onder de indruk.
Eenmaal in Carnarvon besloten we om een nachtje binnen te slapen. We hadden geen keuken, dus moesten we (vervelend hoor) bij de pub eten die bij het motel hoorde. Voor vijftien dollar per persoon hadden we hele lekkere lasagne. We hebben daarna nog een aflevering gekeken van 24 (de serie die we kijken op de laptop), en zijn toen op tijd gaan slapen.
De volgende dag zijn we naar de One Mile Jetty gereden. Dat is een pier die, zoals de naam suggereert, one mile (1,5 kilometer) de zee in strekt. En het leuke was dat we daar onze eerste echte “wilde” schildpad hebben gezien! Zomaar vlakbij de pier! En het was geen kleintje (zie de foto). Ik stond bijna te jubelen, zo leuk J.

Onze volgende rustplek was Denham, waar we drie nachten gebleven zijn. Het was drie halen twee betalen zeg maar, en eigenlijk waren we best wel moe, dus we dachten dat we wel een extra dagje voor onszelf konden gebruiken. Je zou niet verwachten dat als je op vakantie bent je zo moe raakt, maar het constant onderweg zijn, in- en uitpakken en het vele rijden eist een beetje z’n tol. We hebben dus lekker een dagje op de camping gelummeld. En ik heb van de kans gebruik gemaakt om naar de kapper te gaan. Vanuit Denham zijn we naar Monkey Mia geweest, waar dolfijnen iedere ochtend de baai bezoeken omdat ze daar wat visjes krijgen. Echt geweldig om op een paar meter van ze vandaan te staan en zes dolfijnen langs te zien zwemmen. De rangers kozen een aantal mensen uit het publiek om de dolfijnen te voeren (wij jammer genoeg niet). Na Monkey Mia zijn we naar het François Perron National Park gereden. Bij het noordelijkste puntje was een lookout waar vanaf we hoopten walvissen te zien, maar in plaats daarvan weer een schildpad hebben gezien, een manta ray (zo’n enorme rog) en een tijgerhaai! We zaten te twijfelen of we nog wel helemaal door wilden rijden, maar we waren heel erg blij dat we dat hebben gedaan. Dat stukje van de westkust is een sea life snelweg, leuk om ook echt wat voorbij te zien zwemmen!

300 kilometer zuidelijker bevindt zich Kalbarri en Kalbarri National Park. We besloten om eerst naar het National Park te gaan. Daar hebben we een wandeling gedaan van ongeveer anderhalf uur, klauterend naar beneden langs de rotskliffen, dat was behoorlijk gaaf! In Kalbarri National Park bevindt zich ook “Natures Window”, waar we rond zonsondergang aankwamen. Dit was ook echt weer een van de mooiste national parks die we hebben gezien met een schitterende paarse zonsondergang, heel bijzonder!
’s Avonds hebben we (gelukkig want eigenlijk was de office allang dicht, het was dat er nog iemand rondliep) nog onderdak gevonden op de camping bij een station waar ze ook paarden hadden. We besloten om ’s morgens de rit van anderhalf uur te doen. En dat was leuk! We zijn door de rivier gegaan en we hebben gegaloppeerd. Voor degenen die het niet wisten, ik heb een paar lessen genomen in Noordwijk voordat we naar Australië gingen, en dat galopperen ging me gewoon goed af! Vond ik het toen op het Noordwijkse strand nog eng, was het nu vooral ontzettend leuk.
Na de rit hebben we nog even gedoucht, want al loop je de rest van de dag rond alsof je nog steeds op een paard zit, we hoeven er niet naar te ruiken. We zijn doorgereden naar Geraldton, waar we twee nachtjes op de camping hebben gestaan, iets uit het centrum. Geraldton was eigenlijk de eerste behoorlijke stad wat we aan de west kust tegen zijn gekomen. Met de fiets zijn we naar het centrum gegaan en hebben we in het Western Australian Museum een rondleiding gedaan over de scheepsbreuk van de Batavia, die in 1629 bij de Albatros Islands is gezonken. Er zijn heel wat Nederlandse schepen voor de kust van Australië gezonken. Van Nederland voeren ze naar Cape Town in Zuid Afrika, waar ze nieuwe voorraden kregen. Dan zetten ze koers op de zogenaamde roaring forties; op de 40e breedtegraad hadden ze wind en stroming mee, helemaal tot aan Australië. Vanuit daar zeilden ze dan noordwaarts, naar Indonesië, waar ze kruiden vandaan mee terugnamen naar Holland. Maar de Batavia voer te ver en zonk uiteindelijk op de kliffen van de Albatros Islands. Na het museum zijn we nog wat wezen drinken in een cafeetje.

De laatste stop voor Perth was Jurien Bay, waar we nog een nachtje hebben geslapen. Donderdag zijn we in Perth aangekomen. We slapen bij Mel, een huisgenoot van mij nog van Finch Street. We zijn heel warm ontvangen en het is heel erg gezellig. Nu even een weekje bijkomen van al het reizen en het laatste stuk naar Melbourne plannen, waar we begin december hopen aan te komen. Eerst nog maar even een aflevering van 24 dan. Ééntje.

Voor jullie een fijn weekend!

Liefs van Maurice en Vicky


 

Foto’s

5 Reacties

  1. Oma gressie:
    10 november 2014
    g snel
  2. Oma gressie:
    10 november 2014
    Sorry het ging weer verkeerd wat een fijne tijd hebben jullie .zo ik kan ook een beetje genieten van jullie vakantie wat is het mooi zech en jullie zien er zo goed uit.verder gaat hier alles goed. We gaan de winter in maar merken er nog niets van. Ik ga met kerst met een singel reis naar duits land. Hoop gau weer wat te lezen. Wat bedoel je met nog een blok schrijven? Liefs oma gressie .
  3. Rianne:
    10 november 2014
    Wat een heerlijke verhalen! Volop genieten daar. Dat mag daar gewoon, dus laat ons maar lekker gewoon werken. Zo nu en dan jullie verhalen lezen maakt het allemaal wat dragelijker ;-)
    Nog heel veel plezier daar!
  4. Roos:
    11 november 2014
    Hi Vicky en Maurice, wat onwijs leuk om te lezen, en wat klinkt het prachtig (en ziet het er prachtig uit!). Fijn om te lezen dat jullie zo'n mooie trip hebben. HIer in het niet zo koude kikkerlandje (nog steeds mooi weer) gaat het allemaal prima.

    Dikke kus,
    Roos
  5. Toke:
    11 november 2014
    Hi Vix en Maus, hEerlijk om te lezen dat jullie het zo naar jullie zin hebben en in staat zijn om van die mooie dingen te doen. Heb genoten van het verhaal en de foto's. Again!!! :) Ik ga verder in prive mail. XXX